13 sep. 2009
🇺🇸
vanuit Verenigde Staten
Las Vegas hadden we oorspronkelijk gepland als logistiek noodzakelijke tussenstop maar bleek veel leuker dan gedacht. We hadden er best nog een dag kunnen blijven. Sin City doe je dus niet in één
dag. De Strip hebben we voor de helft gedaan, van de Stratosphere - ons hotel - tot en met het Ceasar hotel. Natuurlijk is deze extravaganza zwaar over de top en met geen pen te beschrijven. De
meeste hotels zijn om wat voor idiote reden dan ook boeiend om te ervaren, sommigen zijn ook nog eens gewoon écht mooi, hoe fake ze dan ook mogen zijn. Het Palazzo en Venetian
bijvoorbeeld. Kopieerwerk van onder tot boven, maar zo perfect, tot in de kleinste finesse uitgevoerd met originele materialen (bepaald geen plastic) dat we het erg mooi vonden. Het woord hotel
dekt trouwens de lading niet helemaal, een groot hotel in Vegas is shopping mall, pretpark, herbergt vele restaurants, biedt shows, is vooral ook casino en in de laatste plaats kun je er ook
overnachten. En die restaurants, zo goed vind je ze zelden in de VS (wij zijn ze nog niet tegengekomen). Vrijdagavond was al zalig, zaterdag dito. Alleen nu zaten we ook nog eens op een toplocatie:
op het San Marcoplein van Venetië, met live opera, en varende gondels op de achtergrond, en dat alles onder een prachtig blauwe lucht. Alsof je echt buiten zat. Naast het verrukkelijke eten ook een
verrukkelijke fles wijn erbij. Oké, dit is geen Italië, maar als je er geblinddoekt naartoe werd gevoerd zou je het zo geloven.
Verder nog in Circus Circus, de Mirage, Wynns en Ceasar's Palace geweest. Wynns is misschien wel het mooiste hotel (een architectonische parel), maar deze is dan ook écht gericht op de upper class.
Een hotel aan de Strip met 18 holes golfbaan in de tuin.. Ceasar's is gigantisch groot, en is net als Palazzo en Venetian italiaans kopiewerk, maar dan toch wat minder smaakvol uitgevoerd.
Vanochtend nog even de toren van ons hotel ingeschoten t/m verdieping 107 (dit is het hoogste gebouw in het westen van de VS) voor een 360 graden blik op Vegas. Foto's geschoten...maar toen we
later de Strip helemaal zuidwaarts uitreden en Karen foto's wilde schieten van de zuidelijker gelegen hotels kwam ze erachter dat ik was vergeten het sd-kaartje uit de laptop te halen...geen foto's
dus :(
Vandaag stond Death Valley op het programma maar hebben we niet meer gedaan. De zwaarte van deze trip hadden we toch wat onderschat, waardoor het ons verstandiger leek om een andere route te nemen
richting Yosemite. Via Barstow zijn we naar Lone Pine gereden, een rit die erg tegenviel door heavy traffic en files op de interstate Vegas-LA. De I-15 gaat ook nog eens over flinke
woestijngebergtes heen, en de combinatie hitte en lang en flink stijgen zorgde ervoor dat de ene na de andere auto het loodje legde. Nog nooit heb ik zoveel pechgevallen langs de weg gezien. En
geloof me, dit is geen gebied waar je wil stranden, de afstand tussen bewoonde gebieden is zo onvoorstelbaar gigantisch hier. Ben blij dat we een hagelnieuwe (1975 mijl stonden er op de teller in
Frisco) Japanner hebben met dikke motor, dit werk kan hij goed aan.
Lone Pine is een klein dorpje dat aan de voet ligt van de grootste berg van de VS (minus Alaska en Hawaï), Mount Whitney. Niks gereserveerd, bleek niet handig want de paar motels die ons wel aardig
leken zaten allemaal volgeboekt of waren onbetaalbaar. Blijkt hier een uitvalsbasis te zijn voor klimmers die de East Sierra Nevada willen beklimmen. Uiteindelijk in een van buiten onooglijk motel
terechtgekomen, dat van binnen toch nog redelijk is. We vrezen dat het morgen in Lee Vining (van waar weYosemite in zullen gaan, over de Tioga pas) niet veel anders zal zijn.